De kwets ,Zwetschge in het Duits en bakpruim bij ons, is voor mij van de lekkerste fruitsoort om er een taart mee te bakken. Ik bracht een kilootje kwetsen mee van onze vakantie in Duitsland want hier vind je ze niet zo veel. In Duitsland daarentegen gooien ze er bij wijze van spreken mee in het rond. Bij de bakkers vind je in de vroege herfst volop die lekkere kwetsentaarten en ik heb deze keer eens goed gekeken hoe ze die vruchten schikken op het deeg. Ik deed het op dezelfde manier en dit is het resultaat:
Dit heb je nodig voor een grote taart van 22 à 24 cm:
- 250 g bloem
- 50 g boter + een beetje voor de taartvorm
- 25 g suiker
- 1 ei
- 1 dl lauwe melk
- 20 g verse gist
- 2 el suiker
- 1 el maïszetmeel
- wat bloemsuiker voor de afwerking
- 700 g kwetsen , gewassen, ontpit en gehalveerd
Bereiding:
- meng de suiker met de lauwe melk en los er de gist in op
- voeg de boter en het ei erbij en meng
- voeg de bloem toe, meng alles en kneed alles kort door
- vorm een bolletje van het deeg en laat het 30 minuten rijzen
- kneed het deeg nog even en rol het dan uit
- leg het uitgerolde deeg in de ingevette taartvorm, prik met een vork meerdere keren in het deeg
- rol het overtollige deeg met de deegrol langs de rand van de vorm weg
- laat nog 15' rijzen
- meng de overige suiker met het maïszetmeel en strooi dit over de deegbodem
- snijd de halve kwetsen in de lengte nog eens voor de helft in en zet ze zo goed als mogelijk, met de insnijdining naar boven, rechtop op het deeg
- bak de taart in een voorverwarmde oven van 200°C in ongeveer 15 à 20 minuten, het deeg moet mooi goudbruin zijn
- haal de taart uit de oven en laat ze zonder de vorm afkoelen op een rooster
- bestrooi de taart eventueel voor het opdienen met wat bloemsuiker