Gisteren speelden kleinzoon Jan (6) en -dochter Nora (bijna 4) samen een spelletje waarbij ze telkens om beurten met dobbelstenen moesten gooien. Ze nestelden zich in opa's relaxzetel waar ze eigenlijk niet zo comfortabel zaten voor dit soort spelletjes. Daarom stelde ik voor dat ze ieder op het voetenbankje rond de salontafel zouden kunnen zitten.
Nora zag het niet zo duidelijk voor zich en merkte op: hoe breng je dat voor mekaar, oma?